Doofheid is het onvermogen van een hond om geluid te horen. Doofheid kan aangeboren zijn of ontstaan door externe oorzaken. Bij het laatste moet gedacht worden aan beschadigingen aan het oor of de hersenen door bijvoorbeeld geweld tegen de schedel.
Aangeboren doofheid kan ontstaan door afwijkingen aan het binnenoor, de zenuwen of de hersenen.
Van ongeveer 35 hondenrassen is bekend dat ze last kunnen hebben van aangeboren doofheid.
Honden die deze aandoening hebben dienen niet gebruikt te worden om te fokken.
Doofheid kan vastgesteld worden door de hond te testen . Deze testen zullen moeten worden uitgevoerd door een dierenarts.
Drs. Nico Dijkshoorn en drs. Tanjo van der Wel, dierenartsen te Zeist
Congenitale doofheid kan eenzijdig of beiderzijds voorkomen, waarbij vooral de eenzijdige lastig valt vast te stellen. Als een puppy niet wakker wordt door een zeer luid lawaai dan is deze haast zeker tweezijdig- niet horend. Maar een eenzijdig-horende pup kan zeker niet betrouwbaar worden opgespoord. Daarom gebruiken is er een elektrondiagnostische test, de BAER- of BAEP- test als een objectieve beoordeling.
Deze BAER- ( Brain stem Auditory Evoked Response ) of BAEP ( Brain stem Auditory Evoked Potentials) test is een elektrondiagnostische test waarin elektrische activiteit wordt geregistreerd op de schedel als antwoord op geluidsimpulsen. Hiervoor wordt door de computer 1000 maal een geluidsimpuls, met een frequentie van 11 per seconde met een bepaalde sterkte (70 - 96 decibel) in de gehoorgang toegediend. De elektrische activiteit die bij een horend oor in de hersenen ontstaat wordt afgeleid met op de schedel onderhuidgeplaatste naaldelektroden (een actieve elektrode onder de oorschelp van betreffende oor, een aardelektrode onder oorschelp van andere oor en referentie-elektrode op het midden van de schedel, en geleid naar een speciaal voor dit doel bestemde computer die de gemeten activiteit van alle impulsen verwerkt in een grafiek. De gemiddelde hersenactiviteit van 1000 geluidsimpulsen wordt weergegeven op het beeldscherm en uitgeprint.
De eerste piek wordt geproduceerd door het middenoor en de oorzenuw en de volgende pieken in de hersenen. Het testresultaat van een doof oor is een hoofdzakelijk vlakke lijn. De metingen van beide oren worden in duplo uitgevoerd, waarvan de resultaten onder normale, ongestoorde omstandigheden vrijwel identiek zijn.
a. BAER grafiek in duplo van een normaal horend oor: de eerste piek vertegenwoordigt de activiteit afgeleid van het middenoor en de oorzenuw, (8 ste. kopzenuw). De pieken erna geven van activiteit van de hersenstam weer,
b. BAER grafiek in duplo van een niet horend oor, er wordt geen activiteit in het middenoor en hersenen gemeten. Het resultaat is een hoofdzakelijk vlakke grafiek.
Duidelijk is dat bij een normaal horende pup alle grafieken als figuur a te zien zijn en bij een beiderzijds niet-horende alle grafieken als fig. b te zien zijn. Elk oor wordt twee maal getest met een geluidsterkte van 70 dB. Is het oor bij deze sterkte niet horend dan wordt de test herhaald met een geluidssterkte van 90 dB.
Kalmering of verdoving is bij een rustig dier niet altijd nodig.
Bij een- en tweezijdig horende dieren kan soms op verzet gerekend worden en is geringe kalmering soms nuttig om storingen tengevolge van bewegingen van de kop en of spiercontracties te voorkomen.
Optimale response van de baertest mag men verwachten op de leeftijd van 6 weken.
Potentiële problemen in het kader van dieren met beiderzijdse doofheid zijn er velerlei en kan een doof dier gevaar opleveren in leefomgeving:
- makkelijk slachtoffer in verkeer, of
- veroorzaker van verkeersongeluk (motorongelukken), een doof dier kan soms ernstige verwondingen toebrengen aan kinderen, wanneer de hond schrikt van hun vaak plotselinge nadering,
- storing in de sociale ontwikkeling van het dier.
Halfzijdig niet-horende dieren vormen minder problemen.
Bij bepaalde dieren is er een verhoogde kans op aangeboren doofheid. Dit zijn honden met een hoofdzakelijk witte vacht (bv. Dalmatische hond, Argentijnse dog, Bull terriër, Engelse Setter). Het komt ook meer voor bij honden met een merle gen (bv.Collie, Shetland Sheepdog en Australian Cattledog).
Internationaal wordt geadviseerd niet te fokken met niet-horende dieren.
Ook niet met eenzijdig-horende dieren. Eenzijdig-horende dieren hebben nog wel een oor om te horen, maar zijn wel drager van een genetisch defect . Hiermee fokken zal op termijn meer dove dieren geven (Strain).
SAMENVATTING:
De BAER test levert een objectieve en reproduceerbare en dus betrouwbare, zuivere indruk op van de gehoorfunctie.
Het betreffende onderzoek geeft van zowel het linker als het rechter oor aan, of het desbetreffende oor DOOF of NIET-DOOF is. Het onderzoek kan vanaf de leeftijd van 6 weken uitgevoerd worden. Het onderzoek zelf is pijnloos.
ADRES DOOFHEIDSONDERZOEK IN NEDERLAND:
Zeist:
Dierenartsenpraktijk Dijkshoorn
Utrechtseweg 50
3704 HE Zeist
tel: 030-6954264
Eersel:
Kliniek voor Gezelschapsdieren Eersel
Hint 16b
5521 AH Eersel